Verkooppunten

Sinds 1934

90 jaar Leolux in 9 modellen

In 2024 heeft Leolux iets te vieren. Precies 90 jaar geleden werd de basis gelegd voor het huidige bedrijf. Wat begon als een kleinschalige fabrikant van traditionele clubmeubelen, groeide uit tot internationaal designmerk. Al drie generaties lang is Leolux een familiebedrijf in de zuiverste zin van het woord. Een bedrijf met een rijke historie, door goede en slechte tijden heen. Tijden die vaak weerspiegelden in de producten die vanuit de manufactuur hun weg vonden naar liefhebbers wereldwijd. Een overzicht van 90 jaar Leolux, aan de hand van 9 veelbetekenende modellen.

1934 – 1944

Model Rosendaal (1941) – Zuid-Nederlandse clubmeubelen

Op 9 mei 1934 wordt in Venlo de Zuid-Nederlandse Clubmeubelfabriek opgericht. Een Nederlandse dochteronderneming van de Duitse fabriek Rhenania, vlak over de grens in Viersen. Het kleine bedrijf aan de Maas in Venlo maakt traditionele clubmeubelen, die populair zijn in die tijd. Na moeilijke oorlogsjaren wordt de fabriek in 1948 met familiekapitaal gekocht door de Venlose broers Jan en Ton Sanders, die er grote plannen mee hebben.

Een mooi voorbeeld van de traditionele clubmeubelen die in de eerste jaren van de meubelfabriek werden gemaakt, is model Rosendaal. Allesbehalve een vooruitstrevend ontwerp, maar wel met veel vakmanschap vervaardigd. Want het vak van stoffeerder vergde ook toen al veel van de bekwaamheid van de makers. Meubelen werden bovendien – veel meer dan tegenwoordig – gevormd door de persoonlijke stijl van de stoffeerders.

1944 – 1954

Model 141 (1952) – Grote stappen met een jong bedrijf

Na hun aankoop van de Zuid-Nederlandse Clubmeubelfabriek in 1948 nemen Ton en Jan Sanders twee vooruitstrevende stappen met ‘de Zuid’. Allereerst openen ze een showroom aan de fabriek, waar winkeliers met hun klanten kunnen langskomen om modellen te proberen. Daarbij wordt vaak ook het fabricageproces openlijk getoond, wat voor die tijd allesbehalve gebruikelijk is.

Maar ook in de collectie zetten de broers Sanders een veelbetekenende stap. In 1952 introduceren zij onder het submerk Leolux enkele lichtere meubelmodellen, die duidelijk afwijken van de bekende zware clubmeubelen. Een van die nieuwe Leolux-meubelen is Model 141.

1955 – 1964

Model 104 (1958) – Eigen modellen met Italiaanse allure

In de loop van de jaren ’50 raken Jan en Ton Sanders gefascineerd door de designmeubelen die in het noorden van Italië gemaakt worden. In licentie introduceren zij enkele Italiaanse modellen in de Leolux-collectie, maar het bedrijf ontwikkelt ook zelf modellen in deze nieuwe stijl.

Het eerste, door de Venlose meubelfabriek zelf ontwikkelde model voor de ‘Italiaanse’ collectie, is model 104. Hierbij hanteert het bedrijf een nieuwe stoffeertechniek, die gebruikmaakt van schuimrubberen vormdelen op elastische singels. Het nieuwe model weet veel liefhebbers voor zich te winnen en wordt het bestverkochte model van 1958 en 1959.

1965 – 1974

Model 685 (1967) – De klaparmbank die Leolux op de kaart zette

Op de meubelbeurs van 1967 verrast Leolux met model 685, met een neerklapbare armleuning tussen de rugkussens. Ontwerper Harry de Groot (als vaste ontwerper in dienst bij Leolux) kreeg het idee op een oriëntatiereis naar Italië.

De Groot zat op de achterbank in de Peugeot van Ton Sanders, waarin de neerklapbare armsteun al jaren de gewoonste zaak van de wereld was. De ontwerper bedacht zich dat dit simpele principe een bekend probleem kon oplossen. Veel mensen wisten zich in het midden van een driezitsbank namelijk geen weg met hun armen. De Groots oplossing blijkt een verademing, want het succes van het model is ongekend.

01 - 02

1975 – 1984

Mink (1982) – Volle kracht vooruit

In 1981 neemt een nieuwe generatie het stokje over van Ton en Jan Sanders. Jeroen Sanders, zoon van Ton, en Johan van Beek vormen de nieuwe directie. Met de van hun voorgangers geleerde durf, brengen ze een vernieuwende mix van compacte, lichtvoetige modellen.

Een van die modellen is Mink, uit 1982. Een ontwerp van Jan Armgardt, met afgeronde hoeken waarin je je heerlijk kunt nestelen. Samen met de Bora Bora van Axel Enthoven en andere modellen van deze twee ontwerpgrootheden wordt Mink de aanjager van een explosieve groei, na een door de oliecrises bijzonder moeilijk einde van de jaren ’70.

Mink - Jan Armgardt

Bora - Axel Enthoven

1985 – 1994

Pallone (1989) – Een fauteuil van de toekomst

Op 20 juni 1989 openen de deuren van ‘Het Huis van de Toekomst’. Een educatief project dat laat zien welke rol technologie kan spelen in onze manier van wonen en leven. Bij designstudio Boonzaaijer en Mazaïrac, werkt Roy de Scheemaker, die een fauteuil ontwerpt voor het onderwijsproject. Hij baseert zijn design op het principe van een optisch zwevend zitkussen met een markante ronde vorm.

Het huis van de toekomst

Leolux, dat de prototypes voor het project ontwikkelt, ziet de potentie van het ontwerp. Een jaar later debuteert Pallone in de collectie en in de loop van 35 jaar wordt de fauteuil een echte favoriet, een icoon. De fauteuil draagt de felste kleuren, maar verschijnt ook in bescheiden eenkleurige versies. Even geliefd als veelzijdig, luidt Pallone een succesvolle periode voor Leolux in.

1995 – 2004

Danaïde (1997) – Het toppunt van flexibiliteit

Op de meubelbeurs van Keulen in 1997 introduceert Leolux een model dat enorm van zich doet spreken. Danaïde is ontworpen door Stefan Heiliger en wordt beschreven als ‘een vlinder die zich van zitbank ontpopt tot ligeiland’. Met een lichte druk op de knop beweegt het voetgedeelte omhoog of juist omlaag om te variëren tussen verschillende zitfuncties.

01 - 04

Danaïde is een kunstwerk op zich, en het klinkende bewijs dat Leolux de durf en het lef heeft om buiten de gebaande paden te gaan. Natuurlijk is het niet het model dat massale verkopen teweegbrengt, maar dat is ook niet de intentie. Danaïde is een pioniersontwerp, dat met zijn grote impact het pad effent voor de rest van de collectie.

Productielocaties in Venlo

Design Center Eindhoven

2005 – 2014

Parabolica (2009) – Bewegen met het moment

Op 20 juni 1989 openen de deuren van ‘Het Huis van de Toekomst’. Een educatief project dat laat zien welke rol technologie kan spelen in onze manier van wonen en leven. Bij designstudio Boonzaaijer en Mazaïrac, werkt Roy de Scheemaker, die een fauteuil ontwerpt voor het onderwijsproject. Hij baseert zijn design op het principe van een optisch zwevend zitkussen met een markante ronde vorm.

Het model in kwestie is Parabolica, ontworpen door Stefan Heiliger. Met één vloeiende krul zette hij het basisidee van de fauteuil op papier. Door de organische, asymmetrische vorm biedt Parabolica drie verschillende gebruiksmomenten: heerlijk ontspannen liggen, normaal zitten, of werken met de armleuning als werkblad. Een Red Dot Design Award bevestigt dat Leolux nog altijd een speler van formaat is.

2015 – 2024

Caruzzo – Vaste waarden

Sinds 2012 staat de derde generatie aan het roer van het familiebedrijf Leolux. Onder leiding van Sebastiaan Sanders blijft Leolux vernieuwen in een snel veranderende wereld. Het bedrijf beweegt steeds dichter naar de consument toe om ieders persoonlijke woondromen te verwezenlijken.

De draaifauteuil Caruzzo is een product dat de grondbeginselen van Leolux perfect weerspiegelt. Allereerst is het een prachtig ontwerp door de Haagse ontwerper Frans Schrofer, dat wordt bekroond met een Red Dot Award. Het comfort is van het exceptioneel hoge niveau dat je van een Leolux mag verwachten. En het vakmanschap dat al sinds 1934 het fundament van het bedrijf vormt, grijpt meteen de aandacht in de vorm van de sierlijke stiknaad ‘Artisan’.

Sierlijke stiknaad ‘Artisan’

2024 -

Op naar een eeuw Leolux

Natuurlijk is het leuk om terug te kijken op een rijke historie. Maar als er iets is dat Leolux vooruitgebracht heeft, dan is het wel het vermogen om vooruit te kijken. Om innovatieve besluiten te nemen vanuit een fundament van vakmanschap en een hechte organisatie. En dat blijven we doen. Samen met onze partners en designliefhebbers wereldwijd maken we de wereld waarin we wonen elke dag een stukje mooier.