Al negen decennia kiest Leolux voor de weg van evolutie en innovatie. Heel geleidelijk groeit het bedrijf, dat in 1934 in Venlo wordt opgericht als de ‘Zuid-Nederlandse Clubmeubelfabriek’, uit tot een internationale speler, die een herkenbaar eigen handschrift combineert met kwaliteit en comfort. Hieronder geven we een samenvatting van de weg die Leolux heeft afgelegd.
De Zuid-Nederlandse Clubmeubelfabriek (ZNC) wordt opgericht in 1934, als dochteronderneming van Rhenania uit Vierssen (D). Met een handjevol medewerkers begint het bedrijfje de productie van ambachtelijke clubmeubelen. Na de turbulente oorlogsjaren (de ZNC lag een tijdlang in de frontlinie), wordt Ton Sanders door de bank aangesteld als toezichthouder. Enkele jaren later, in 1948, koopt hij de ZNC, samen met zijn broer Jan van bijeengesprokkeld familiegeld. Maar het verhaal van Leolux begint pas echt als de pioniersjaren met vallen en opstaan zijn doorstaan.
Logo Renania Viersen - Logo ZNC Viersen - Logo ZNC
In de tweede helft van de jaren vijftig besluiten de broers om zich te richten op moderne meubelen. Hun inspiratiebron is het design uit Italië en Denemarken. Nieuwe stoffeertechnieken, schuimmaterialen en kunstleer bieden spannende mogelijkheden en samen met ontwerper Harry de Groot werken Jan en Ton Sanders aan een eigen moderne collectie, die ze Leolux noemen, naar de trotse leeuw in het ZNC-logo (‘Leo’ is Latijn voor ‘leeuw’). De merknaam gaat al snel over op het hele bedrijf.
Model 105
In de woelige jaren zestig laat Leolux uitdrukkelijk meer van zich horen. De consument wordt voortaan direct aangesproken, onder meer met advertenties in de grote Nederlandse tijdschriften, zoals Avenue en Elsevier. Bovendien vestigt het bedrijf een eigen showroom in het hart van Nederland (1964) en begint Leolux voorzichtig de export naar de buurlanden. Het zijn lastige en kostbare stappen, maar ze zijn succesvol! De ontwerpen worden uitdagender en bij de start van een nieuw decennium komt de doorbraak. Leolux wordt een begrip en een serieuze speler in de moderne meubelmarkt in Nederland.
Model Arias
Bijna gooien de oliecrises van 1973 en 1979 roet in het eten. Moderne meubelen zijn uit de mode en bijna een decennium lang viert de nostalgie hoogtij. Veel designfabrikanten redden het niet, maar Leolux houdt stand, investeert in jong management en versterkt de export naar België en Duitsland. Er komt een showroom in Duitsland (Krefeld), en een tweede in Nederland (Eindhoven) die zich richt op Zuid-Nederland en België.
Model 724 (Paul Huff)
De tweede generatie leunt op de ideeën van de Leolux-pioniers, maar Jeroen Sanders en Johan van Beek kiezen voor een eigen, internationaal georiënteerde interpretatie. Iconische producten zoals Mink, Bora-Bora en Tango geven het bedrijf vleugels en Leolux groeit jaar na jaar, zonder mankeren. De fauteuil Pallone, in 1989 ontwikkeld voor het Huis van de Toekomst, wordt 35 jaar later nog altijd beschouwd als een toonbeeld van progressief Leolux-design.
Pallone + Amata
Om de snelle groei te faciliteren bouwt Leolux in Venlo nieuwe fabriekshallen met een modern machinepark. Ondertussen wordt het design steeds uitdagender; met de sculpturale voetjes van Papageno zet Leolux zich af tegen het dogmatische design dat in die jaren hoogtij viert. Huiskunstenaars geven Leolux een uniek gezicht, samenwerkingen buiten de interieurwereld volgen uit de drang tot innoveren. Zo combineren Philips en Leolux audiovisuele apparatuur en meubeldesign in ‘Plugged Furniture’. Comfort en functionaliteit stijgen tot een ongekend hoog niveau.
Ironie
Leolux blijft verrassen. Het concept ‘een huis vol mooi en bijzonder’ brengt creatieve disciplines bij elkaar en verenigt design, kunst, fotografie en architectuur. Kleurrijke designs volgen elkaar inmiddels snel op en worden veelvuldig bekroond. Intussen werken Sanders en Van Beek aan hun opvolging. Maar voor ze zich terugtrekken in de coulissen, realiseren ze nog een droom: het bezoekerscentrum ‘Via Creandi’ (Venlo) opent zijn deuren in 2007; voortaan kan iedereen met eigen ogen zien hoe de Leolux-meubelen op bestelling worden vervaardigd door echte vakmensen.
Jeroen Sanders & Johan van Beek
Sebastiaan Sanders wordt in 2012 het gezicht van Leolux, dat op dat moment zo’n 350 medewerkers heeft. Ook hij bouwt door op de uitgangspunten van voorgaande generaties: Leolux investeert in innovatie, duurzame materialen en productiemethoden en in eigentijdse communicatiemiddelen. Een voorbeeld is de ‘Creator’ die de websitebezoeker helpt om de vele mogelijkheden te visualiseren.
Leolux breidt haar portfolio uit met nieuwe merken, zoals Pode en Évidence, elk met een eigen positie in de markt. Externe artdirectors geven de verschillende merken een eigen gezicht. Zo werkt Studio Roderick Vos vanaf 2016 aan de uitstraling van het merk Pode (vormgeving, fotografie, beurspresentaties en collectie-opbouw). In 2020 neemt Studio Truly Truly deze rol op zich voor het merk Leolux.
In 2022 gaan de deuren van het Leolux Experience Center open, een gastvrije presentatieruimte van 3.500 m2 aan de snelweg A2 in Breukelen. Consumenten en interieurprofessionals kunnen zich hier laten inspireren door de wereld van Leolux en kennismaken met de verschillende merken van de ‘Leolux Furniture Group’.
Leolux Experience Center
Op het landgoed “Pelgrimshof”, in het meest noordelijke punt van de gemeente Venlo, werd in 2011 gestart met de aanleg van een groen hart, dat is geschonken aan de stad Venlo. Het L-vormige bos is een initiatief van oud-directeur Jeroen Sanders. Hij liet het berkenbos als een “landmark” aanleggen op het (deels vrij toegankelijke) landgoed Pelgrimshof en liet er een groot aantal kunstwerken bij plaatsen die verwijzen naar Leolux en de historie van dit familiebedrijf.
Het Leolux-hart is een eerbetoon aan de natuur in en rond Venlo, de bakermat van ons bedrijf. Gelijktijdig staat het symbool voor onze groene uitgangspunten. De natuur om ons heen, is van ongekende waarde, niet enkel als bron van de mooiste materialen maar vooral als plaats om te ontspannen; zo ontstaat er ruimte voor nieuwe creatieve ideeën.
Feiten
Het groene Leolux-hart bestaat uit 93 bomen, hoogte bij aanplant in 2011: 2 meter.
Lage aanplant: 16.000 boompjes van 50 cm (november 2012).
Dit bos maakt deel uit van het Natuurnetwerk Nederland (NNN), voorheen de Ecologische Hoofdstructuur (EHS).